Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vliegtuigbesturing

betekenis & definitie

Waar een vliegtuig om drie assen kan draaien, heeft men ook drie stel roervlakken. Het hoogteroer, waarmede men het toestel laat stijgen of dalen, wordt bediend door het hoogtestuur naar achteren of naar voren te bewegen. Dit hoogtestuur is een knuppel of kolom, welke voor den bestuurder is gemonteerd. Het richtingsroer, waarmede men een linker- of rechterbocht kan maken, wordt bediend door het voetenstuur naar links of rechts uit te trappen.

Dit voetenstuur is soms een stang, draaiend op den bodem van de stuurhut gemonteerd, of bestaat uit twee pedalen. De rolroeren dienen om het toestel links of rechts te doen overhangen en zij worden bediend door den stuurknuppel, welke eveneens het hoogteroer bedient, naar links of naar rechts te bewegen, resp. door het stuurwiel, gemonteerd op de kolom van het hoogtestuur. → Vliegschool. v. Steenderen.

< >