Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Stel

betekenis & definitie

1° Simon van der, gouverneur der Kaap-kolonie (1679-’99), een ware volksplanter, stichter van Stellenbosch in 1681; grondlegger van Paarl en Franschhoek en van den wereldberoemden botan. tuin te Kaapstad; vader van 2°. Hij bevorderde de kolonisatie, en met het oog daarop de immigratie van Hollandsche weesmeisjes (om met de kolonisten te huwen) en van uit Frankrijk verbannen Hugenoten; legde Constantia aan, een deftige woning op een bloeiende „boerenplaats”, welker gelijknamige wijn, daar gewonnen, algemeen bekend is geworden. Door invoer van slaven en opleiding van Hottentotten als landarbeiders loste hij het arbeidsvraagstuk op.

2° Willem Adriaan van der, zoon en opvolger van Simon v. d. Stel als gouverneur der Kaap-kolonie (1699-1707). Eerst tien jaren rechter te Amsterdam, volgde het landbouwbeleid van zijn vader, maar moedigde ook veeteelt aan, eerst in de Tulbaghvallei, later met uitbreiding naar N. en O. De veeboer werd de uitbreider en verdediger der grenzen tegen Hottentot en Bosjesman. Stel boerde zelf op ongekend groote schaal, hooge ambtenaren volgden zijn voorbeeld; deze mededinging met boerende burgers wekte misnoegen; zij beklaagden zich bij Heeren Zeventien te Amsterdam (1704). Zie Adam → Tas. Stel werd in 1707 uit zijn ambt ontzet. Hij stierf 1 Juli 1723. Besselaar.