Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vilain XIIII

betekenis & definitie

1° Charles, burggraaf, Belg. staatsman. * 15 Mei 1803 te Brussel, † 15 Nov. 1872 te Maaseik. Maakte deel uit van het Nationaal Congres; ijverde voor een door de grondwet getemperde erfelijke monarchie; was van 1831 lid van de Kamer der Volkvertegenwoordigers, werd Belg. gezant in Italië, een functie, die hij in 1855 tijdelijk ruilde voor die van minister van Buitenlandsche Zaken.

Het is onbekend, hoe de familie Vilain, aan de toevoeging XIIII komt. Uytterhoeven.

2° Jean Jacques Philippe, Belg. staatsman. * 1712 te Aalst, † 1777. Burgemeester van Aalst tot 1751; daarna te Gent. In 1754 door de Staten-Generaal tot pensionaris van het graafschap Vlaanderen verkozen. 1755-’59 en 1761-’64 eerste schepen van de Keure van Gent, waarna hij deze waardigheid combineerde met die van groot-baljuw. Hij maakte zich in deze hoedanigheid zeer verdienstelijk door het in orde brengen van de verwarde financiën van het graafschap Vlaanderen. Van 1770 af hield hij zich bezig met landlooperij en de bedelarij. Hij schreef hierover een eerste memorie (pas veel later door Charles Hippolyte Vilain XIIII uitgegeven), naar aanleiding waarvan men overging tot het bouwen van een tuchthuis te Gent (gedeeltelijk 1772-’73; in 1775 geopend). Deze instelling groeide weldra uit tot een model voor den tijd en werd door Willem I in 1827 voltooid. Het Gentsche tuchthuis was de eerste groote gevangenis ter wereld, tevens merkwaardig om het onderwijs van nuttige beroepen, dat V. er bijzonder nastreefde.

Lit.: Réflexions sur les finances de la Flandre (Gent 1755); Mémoires sur les moyens de corriger les malfaiteurs et fainéants à leur propre avantage et de les rendre utiles à l'Etat (Gent 1775, 21849).

< >