Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Viering

betekenis & definitie

De gewoonlijk kwadratische ruimte, welke ontstaat door de doorsnijding (kruising) van langschip en dwarsbeuk bij een kruiskerk. Deze ruimte vormt het hoogtepunt van de geheele compositie: hier ontmoeten de verschillend gerichte horizontale tendenzen van langschip en dwarsschip elkaar en gaan op en komen tot rust in de verticale richting, welke in de v. overheerscht. Daarachter ligt het doel van de geheele kerkruimte: het koor met altaar, welke wederom van hoogere orde zijn. Gewoonlijk ligt de afdekking (het gewelf) boven de v. hooger dan in de aangrenzende ruimte; zoo wordt de v. de synthese van de West-Christelijke basilikale lang-kerk en de Oost-Christelijke centrale rond- of koepelkerk.

Dit wordt nog geaccentueerd, indien zich boven deze v. een toren (de vieringtoren verheft). De vier hoekpijlers, welke de v. markeeren, heeten de vieringpijlers. v. Embden.

< >