Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Taalzuivering

betekenis & definitie

is het streven om de moedertaal zooveel mogelijk te zuiveren van vreemde smetten. Gewoonlijk duidt men dit streven naar taalzuiverheid nog aan met het vreemde woord: purisme. Er is wel gezegd, dat het purisme veeleer een verschijnsel is van politieken dan van taalkundigen aard; zeker is, dat met opleving van het nationalisme dikwijls puristische strevingen gepaard gaan. Omdat het begrip taalzuiverheid zoo betrekkelijk is, valt het uiteraard moeilijk te zeggen, in hoever t. gewenscht of gerechtvaardigd en in hoever ze overbodig en zelfs ongewenscht is.

Wat het Ned. betreft, is er van een bewust puristisch streven voor het eerst sprake in den Renaissance-tijd. Coornhert deed in zijn Voorrede op de Twe-spraack een aanval op de taalverbastering; bekend is, dat Hugo de Groot pogingen deed om de vreemde termen te verbannen uit de rechtstaal en dat Hooft in zijn Ned. Historiën veel nieuwvormingen heeft gemaakt; van Effen dreef in zijn spectatoriale vertoogen den spot met een te ver doorgevoerd purisme, maar het onnoodig gebruik van vreemde woorden veroordeelde hij toch. In de 19e eeuw is de strijd vooral gericht tegen de → germanismen; door hun grootere gelijkenis met Ned. woorden zullen germanismen inderdaad gemakkelijker toegang vinden in het Ned. dan → gallicismen en → anglicismen.

In het algemeen kunnen we zeggen, dat het gebruik van vreemde woorden zonder goede motieven afkeurenswaardig is.Lit.: De Vooys, Verzamelde letterk. opstellen (Tweede bundel, hfst. I). Tiecke.

< >