1° Ferdinand August, graaf, aartsbisschop van Keulen. * 25 Dec. 1764 op kasteel Canstein in Westfalen, ✝ 2 Aug. 1835. Hij was geneigd tot het Febronianisme en werd door Napoleon tot bisschop van Munster benoemd (1813), doch door den paus niet bevestigd.
Nadat zijn gezindheid in meer kerkelijke richting was veranderd, werd hij 1824 aartsb. van Keulen, als hoedanig hij verdienstelijk werkzaam was voor de vorming der geestelijkheid en de reorganisatie van zijn diocees. Doch slap was zijn houding in de kwestie der gemengde huwelijken, waarin hij zelfs tegen de pauselijke beslissing inging (zie: Kölner Wirren, onder → Keulen, en → Droste zu Vischering) en tegenover het Hermesianisme (zie → Kermes, Georg).
Gorris.Lit.: Bastgen, Ërzb. Graf Spiegel u. der H.Stuhl (1922).
2° Laurens Pieter van de, Ned. staatsman. * 19 Jan. 1736 te Middelburg, ✝ 7 Mei 1800 te Lingen. Tn 1759 secretaris van Goes, 1768 burgemeester, 1785 raadpensionaris van Zeeland, 1787 raadpensionaris van Holland. Een kundig, bekwaam, eerzuchtig, werkzaam man, de leider in het stadhoudersgezinde Zeeland. Reeds terstond na zijn benoeming tot raadpensionaris van Holland kwam hij op voor de herziening van het verouderde quotenstelsel. De oorlogsgebeurtenissen van 1793-’94 verlamden zijn werkzaamheid. Op 4 Febr. 1795 door de patriotten gevangen genomen, werd hij op 20 Dec. 1798 ontslagen en week 10 Aug. 1799 uit naar Lingen. J. D. M. Cornelissen.