(Lat., = voor God alleen), of solidee, noemt men soms :
1° Het schedelkapje der prelaten, eigenlijk pileolus (→ Kalot) geheeten en dat slechts voor het Allerheiligste wordt afgezet;
2° Hetzelfde, van grover stof, in privaat gebruik (d. i. buiten altaardienst) vnl. bij religieuzen.