Mutsje; in liturg, zin: kapje (pileolus), den schedel bedekkend, sinds de M.E. in gebruik. Bisschoppen, kardinalen en abten mogen het ook dragen bij de H.
Mis (buiten den canon), processies enz., sinds 14e eeuw ook onder mijter en bonnet. Dat van den paus is wit; in de andere gevallen komt de kleur overeen met die van de → bonnet. Louwerse.