Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Simeon van Thessalonica

betekenis & definitie

Grieksch-schismatiek theoloog, † 1428/9. Deze aartsbisschop (sinds 1410) schreef groote werken op theologisch gebied.

Een Dialogus tegen alle ketterijen (o.a. Jodendom, Islam en R.K.

Kerk); een werk over de Sacramenten; Over den tempel Gods (Kerk en hiërarchie); 4 kleine traktaten over het Symbolum en het priesterschap; antwoorden aan Gabriël van Pentapolis (over liturgische en dogmatische kwesties). S. was → Palamiet en sterk anti-Latijnsch.

Hij bestreed het Filioque, de aflaten, den vorm van het Westersche Doopsel en andere vooral liturgische gebruiken. Hij verwierp de onfeilbaarheid, maar erkende het primaat van den paus (zonder blijkbaar de consequentie te aanvaarden).Uitg.: Migne, Patrol. Graeca (dl. 155).

Li t.: Jugie, Theologia dogmatica christianorum orientalium (I 1926, III 1930, IV 1931).

Franses.

< >