Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Publius Afer Terentius

betekenis & definitie

Romeinsch blijspeldichter. Ca. 190-159 v. Chr. Als slaaf uit Africa (hij was een Berber) naar Rome gebracht.

Vrijgelaten trad hij in relatie tot de fijnbeschaafde familie Scipio en hun kring. Wij bezitten nog zijn heele oeuvre, t.w. zes stukken: De broeders (Adelphi), De Andria (meisje uit Andros), de Eunuuch, De zelfplager, De schoonmoeder, en Phormio (een parasiet). Hij volgt van zeer nabij de Grieksche voorbeelden der Nieuw Attische Comedie en onthoudt zich van onbeschaamdheid en grofheid. Daar hij zeer lang voor een fijn en vrij volmaakt dichter is gehouden, werd hij in de latere tijden een man van grooten invloed.

Slijpen.

< >