Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Plutocratie

betekenis & definitie

(= geldheerschappij; < Gr. ploutos = rijkdom, kratein = heerschen) is als regeeringsvorm een heerschappij van de meest vermogenden in den | lande. Als sociale misstand is het de onmeedoogende heerschappij der geldmachten over het economisch leven. Zoo is het een uiterste consequentie van het → liberalisme. Verschijningsvorm in onze dagen is de machtsconcentratie in → trust of bij bankiers (consortium), die met het geld van anderen het econ. leven beheerschen, door niet in de eerste plaats te willen dienen doch verdienen.

Quadragesimo Anno noemt, na dit verschijnsel onbarmhartig te hebben gegeeseld, als betreurenswaardige gevolgen: strijd om de econ. overheersching, neerhalen der majesteit van het staatsgezag, nationalisme en imperialisme, een voortdurenden strijd tusschen de volkeren onderling.Lit.: Folliet, Morale internat. (1935); Johannet, Voyage à travers le Capitalisme (31935) ; Dupassage, Morale et Capitalisme (1935) ; Lechtape, Die Wandlung des Kapitalismus in Deutschland (1934); Semaine Sociolog. te Le Hâvre 1926 (les van p. Danset). Keulemans.