Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Rijkdom

betekenis & definitie

Het complex materieele goederen, die een redelijke behoefte van den mensch kunnen bevredigen. Bevrediging van onredelijke behoefte is ➝weelde in engeren zin.

Natuurlijke r. is datgene, wat de natuur zonder menschelijken arbeid oplevert; verworven r. dat wat de mensch uit de natuurschatten door zijn werken wint, door samenwerking van kapitaal, intellect en uitvoerenden arbeid.Door een onbillijke verdeeling van de opbrengst der voortbrenging tusschen de daarin deelhebbenden is het mogelijk geworden, dat de aardsche goederen zich onevenredig sterk ophoopten bij de bezittenden, die hun bezit ofwel sparen (Britsch-Indië) of productief beleggen in de takken van voortbrenging en zoo nóg meer r. verzamelen, ofwel op groote schaal verkwisten. Ten slotte is de r. aanleiding tot het uitvoeren van groote werken van liefdadigheid of bevordering van kunst en wetenschap (Maecenas).

Quadragesimo Anno legt bijzonder nadruk op den plicht van „grootdadigheid”, die op de rijken rust. Een ding is zeker: betere verdeeling van den r. is de sleutel tot oplossing der sociale kwestie (➝Sociologie). Zie nog ➝Eigendom. Keulemans.