Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Plantentuin

betekenis & definitie

of botanische tuin (hortus botanicus), tuin, waarin vele plantensoorten, meestal uit allerlei gebieden der aarde, samengebracht zijn, aanvankelijk alleen met geneesk. doeleinden (kruidentuin o.a. in de oude kloosters). In de p. zijn de verschillende soorten meestal volgens de fam. gerangschikt en van een naambord voorzien. De p. zijn meestal verbonden aan de plantk. laboratoria der imiv.; zeer groot en bekend zijn de p. van Kew (Londen) en Berlijn-Dahlem en de Jardin des plantes te Parijs. Dikwijls heeft een p. alleen betrekking op de soorten van een bepaald gebied.

Zoo zijn op vsch. plaatsen in de Alpen p. aangelegd, waarin men de Alpenflora kan bestudeeren. Belangrijk voor de studie van de flora van Ned.-Indië is ’s Lands Plantentuin te → Buitenzorg (opp. 58 ha). België bezit een Rijksplantentuin te Brussel. Metsen.

< >