Geschiedschrijver, beoefenaar van het Grieksch en Latijn. * 1576 te Haarlem, ♱ 30 April 1660 te Oudewater. Hij gaf vsch. geschiedkundige werken uit, o.a. in 1606 „Oud-Bataviën, nu genaamd Holland”, in 1609 „Batavia Illustrata, seu de Batavorum insula scriptores varii”, waarin, als begin van een archaeologie van Nederland, een beschrijving van in Holland gevonden Romeinsche oudheden.
In critische aanmerkingen bij middeleeuwsche kronieken verwerpt hij de „stroowissen ende visevasen”, de fabeltjes, die daarin te vinden zijn, de overdrijving bij getallenopgaven enz. Het inlasschen van redevoeringen, gelijk de Humanistische geschiedschrijving dat wilde, achtte hij papier- en tijdverlies.