Heilige, bisschop, dichter en kerkvader. * 353 bij Bordeaux, ♱ 431 te Nola. Pontius Meropius Anicius P., uit een rijk senatorengeslacht, was leerling van → Ausonius. Hij werd gouverneur van Campanië, maar trok zich weldra terug op zijn goederen bij Bordeaux, waar hij zich aan de wetenschap wijdde. Pas in 391 ontving hij het H.
Doopsel en leidde weldra met zijn Spaansche vrouw Therasia een soort kloosterleven. In Barcelona werd hij, nadat hij zijn bezittingen grootendeels verkocht had, priester. Dan vestigde zich het echtpaar in Nola, uit vereering voor den heiligen martelaar Felix. Daar leefden zij als kloosterlingen, totdat P. in 409 tot bisschop werd gekozen.
In dat ambt heeft deze man van fijne beschaving en beminnelijk karakter veel goeds kunnen doen. Feestdag 22 Juni.Werken: 35 gedichten en een 50-tal brieven, uitgeg. in Migne, Patrol. Lat. (dl. 61) en in Corp. Scr. Eccl. Lat. (dl. 29-30).
Lit.: Baudrillart, S. Paulin de Nole (Les Saints, 1914); Bardenhewer, Gesch. altkirchl. Lit. (2III 1923). Franses.