Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Pauli

betekenis & definitie

1° Mathias, Augustijn. * 1580 te Hasselt, ♱ 14 Jan. 1651 te Maastricht. Bekwaam Humanist; stichtte in 1622 het Augustijnencollege te Brugge. Vooral echter is P. bekend als een der beste Vlaamsche geestelijke schrijvers. Zijn geschriften, in proza en dicht, zijn sierlijk van stijl en ademen nederigheid en godsvrucht, kenmerken van zijn leven.

Hij gaf ruim 20 werken in het licht, waaronder „De Boom des Levens” (het H. Sacrament des Altaars; 1631) het meest gewaardeerd is.Lit.: Biogr. Nation. (XVI) ; P. Daniels, Verzamelde Opstellen (1929). A. V. d. Born O.E.S.A.

2° Wolfgang, natuurkundige. * 25 April 1900 te Weenen. Sinds 1927 prof. aan de techn. hoogeschool te Zürich. Hij leverde belangrijke bijdragen voor de theoretische natuurkunde, o.a. het eenduidigheidsprincipe (1925), een empirischen regel, welke zegt, dat een atoom nooit in een toestand kan bestaan, waarin twee van zijn electronen alle quanten-getallen gelijk hebben.

Werken: Relativitätstheorie (1921): Quantentheorie (in : dl. XXIII van Handb. d. Physik, 1926) ; id., Wellenmechanik (in dl. XXIV van Handb. d. Physik, 1933).

J. v. Santen.

< >