(Lat.), aanspreektitel der Romeinsche senatoren; in navolging van Hooft wel vertaald met „beschreven vaderen”. De beteekenis is eig. patres (de oorspronkelijk patricische) et conscripti, de erbij geschreven plebeïsche senatoren, en waarschijnlijk niet de niet-patres (46-60 jaar), noch de niet-magistraten.
C. Brouwer.