(Equidae), een fam. van de orde der onparighoevigen; bewonen de Aziatische en Afrik, steppen. Het gebit bezit in elke kaakhelft 3 snijtanden met open wortels, een kleinen hoektand en 6 vierhoekige kiezen met gegolfde emailplooien. Aan den top der snijtanden bevindt zich een met email bedekte indeuking; bij het afslijten der tanden ontstaat een emailring (eilandje) om de indeuking, die bij verder afslijten een anderen vorm verkrijgt; hieruit kan men eenigszins den leeftijd bepalen. Elke poot draagt slechts één, met een breeden hoef bekleeden teen; naast het stevige middelhands-(voets-)been van dezen teen (pijp) zijn nog twee andere, weinig ontwikkelde raiddelhands-(voets-)beentjes (griffelbeenties) aanwezig.
Voedsel: grassoorten. Tot het eenig hiertoe behoorend geslacht paard (Equus) behooren: eenige soorten → zebra, de → ezel en de wilde soorten koelan of dschiggetai, → onager en het → paard. Keer.