Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Ouderlijke macht

betekenis & definitie

Ned. recht. Ieder kind staat gedurende het huwelijk zijner ouders onder hun o. m., voor zoover geen → ontzetting of → ontheffing plaats had (en in enkele andere zeer speciale gevallen). Het begrip o.m. is collectief. Vroeger sprak de wet van vaderlijke macht; sedert de Kinderwetten van 1901 berust de macht bij beide ouders, doch de vader oefent ze uit.

Is hij daartoe niet in staat, dan doet de moeder dat; zijn beiden niet in staat, dan wijst de kantonrechter een voogd aan.Natuurlijke kinderen staan uitsluitend onder voogdij. Zonder huwelijk is o. m. niet bestaanbaar in Ned. Bij echtscheiding houdt de o. m. op (deze is immers collectief) en maakt plaats voor voogdij; in geval van overlijden krijgt de langstlevende van rechtswege de voogdij, in andere gevallen benoemt de rechtbank een voogd (en dus ook een toezienden voogd). Na scheiding van tafel en bed blijft o.m. bestaan, maar wordt door de rechtbank bepaald, wie die zal uitoefenen. O. m. en voogdij bestaan nooit naast elkaar.

O. m. betreft:
A) persoon van het kind,
B) diens goederen,
1° het beheer,
2° het vruchtgenot.

Ad A: de ouders zijn verplicht tot opvoeding en onderhoud, ook na meerderjarigheid, doch dan alleen, wanneer het kind behoeftig is (→ Alimentatie); deze verplichting blijft bestaan, ook wanneer de o. m. niet meer bestaat, en zelfs wanneer geen der ouders voogd is geworden. Ad B: het beheer der goederen geschiedt door dengene, die de o. m. uitoefent. Hij vertegenwoordigt het kind en is bewindvoerder van de goederen van het kind, doch mag daarover slechts beschikken met inachtneming van de regelen opzichtens de voogdij over minderjarigen. Het vruchtgenot van de goederen des kinds heeft de ouder, die de o. m. uitoefent, behoudens verschillende wettelijke beperkingen.

De o. m. eindigt door:

1° Dood van het kind,
2° Meerderjarig worden,
3° Ontbinding huwelijk der ouders,
4° Ontzetting of ontheffing van beide ouders,
5° Ontzetting van een en ontheffing van den anderen ouder. Het kind is eerbied en ontzag verschuldigd aan zijn ouders (eventueel verplicht tot → alimentatie), behoeft toestemming tot huwelijk, zelfs na de meerderjarigheid tot 30 jaar. Ouders van natuurlijke, wettelijk erkende kinderen hebben geen vruchtgenot van dier goederen (Ned. B.W. art. 353-384 b). Vgl. ook→ Kinderplichten; Ouderplichten. B.Smeets.

Belg. recht. Onder o.m. verstaat men het geheel van de rechten en plichten, die de wet aan den vader en aan de moeder toekent op den persoon en op de goederen van hun minderjarige, niet ontvoogde kinderen. De o. m. is dus een complex, dat omvat: a) het bewakingsrecht, waardoor hun de intellectueele en zedclijkc leiding van het kind wordt toevertrouwd; aan dit recht beantwoordt de verplichting van onderhoud; b) het vermaningsrecht, waardoor ze zekere tuchtmaatregelen tegenover hun kinderen kunnen nemen; in geval van erge tuchteloosheid of wangedrag kunnen zij de tusschenkomst van den kinderrechter inroepen; c) het recht van beheer, waardoor zij de persoonlijke goederen van hun kinderen mogen beheeren; d) het vruchtgenot, waardoor ze over de inkomsten van de kinderen kunnen beschikken op last om voor de voeding, het onderhoud en de opvoeding der kinderen te zorgen overeenkomstig hun vermogen. Enkele van deze rechten nemen een einde, wanneer het kind den leeftijd van 18 jaar bereikt heeft.

Tijdens het huwelijk behoort de o. m. aan den vader en aan de moeder; zij wordt uitgeoefend door den vader. Bij ontbinding van het huwelijk door overlijden van een der ouders behoudt de overlevende het bewakingsrecht, het vermaningsrecht en het vruchtgenot. Het beheer der goederen van de minderjarigen gaat alsdan over op den voogd. Wordt het huwelijk ontbonden door echtscheiding, dan worden het bewakingsrecht (meestal) en het vruchtgenot toegekend aan den echtgenoot, ten voordeele van wien de echtscheiding werd uitgesproken. Beide echtgenooten hebben het recht om over het onderhoud en de opvoeding van hun kinderen te waken en zijn gehouden daartoe bij te dragen in evenredigheid van hun vermogen.

De o. m. neemt een einde door de meerderjarigheid, de ontvoogding en de → ontzetting der ouderlijke macht. Zie ook → Herstel; Ontheffing. Rondou.

Lit.: Depage, Traité de Droit civil (I, nr. 753 vlg.).

< >