Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Ontzetting

betekenis & definitie

O. van bepaalde rechten is een der vier bijkomende straffen in het Ned. W. v. Str. neergelegd (art. 9 b 1°, 28 en 29).

Lit.: Pompe, Handb. v. h. Ned. Strafrecht (1935, 226-229).

In het Belg. recht is o. van bep. rechten een bijkomende straf, gemeen aan misdaden en wanbedrijven. Zij wordt geregeld door art. 31 vlg. van het W. v. Str. De wettelijke o. is een burgerlijk gevolg van het strafbaar feit. Zijn in staat van wettelijke o. zij, die tot eene crimineele straf zijn veroordeeld. De wettelijke o. ontneemt aan den veroordeelde de bekwaamheid om zijn goederen te beheeren en er over te beschikken tenzij bij testament (zie art. 20 vlg. Belg. W. v. Str.). Collin.

2° Ontzetting van de bevoegdheid om bij de gewapende macht te dienen, in Ned. een bijkomende straf, die de mil. rechter kan opleggen in alle gevallen, waarin hij ➝ ontslag uitspreekt. De beteekenis van o. was gelegen in het verloren gaan van het recht op pensioen, hetgeen voorheen bij de bijkomende straf van ontslag zonder o. niet mogelijk was. Nu de mil. pensioenwetten in dier voege zijn gewijzigd, dat bij ontslag bij rechterlijk vonnis het recht op pensioen verloren gaat, heeft de bijkomende straf van o. haar belangrijkste werking verloren. Door deze wijziging is een stap terug gezet op den weg, welke beoogde den rechter in staat te stellen ook rekening te houden bij ontslag met het verlies van het recht op pensioen.
A. Lohmeijer.

In het Belg. militair strafrecht is de o. een straf, die enkel tegen officieren kan uitgesproken worden, en waardoor de veroordeelde ontzet wordt van zijn graad, en van het recht er de kenteekens en het uniform van te dragen (Mil. W. v. Str. art. 6). Niet te verwarren met de uitsluiting: maatregel, die kan getroffen worden tegen alle militairen of militieplichtigen, die wegens opgeloopen straffen onwaardig geacht worden om in het leger te dienen. De uitsluiting wordt geregeld door art. 51 van de samengeordende militiewetten (samenordening van 15 Febr. 1937). Rondou.

3° Ontzetting van krankzinnigen, ➝ Curateele.
4° Ontzetting uit de ouderlijke macht. Deze kan in Ned. worden uitgesproken door de arrondissementsrechtbank (waarin de kinderrechter dan zitten moet) t.a.v. een of meer der kinderen, op verzoek van den anderen ouder, of bloedverwanten, of Voogdijraad of Openbaar Ministerie wegens:
1° misbruik der ouderlijke macht of grove verwaarloozing der opvoedings- en onderhoudsverplichting;
2° slecht levensgedrag;
3° veroordeeling wegens misdrijf gepleegd met een kind, staande onder die ouderl. macht;
4° veroordeeling wegens verschillende misdrijven, gepleegd tegen zoodanig kind (zedenmisdrijven e.a.);
5° iedere veroordeeling tot vrijheidsstraf van 2 jaar of meer;
6° opzettelijk niet medewerken met den gezinsvoogd of veronachtzamen van diens aanwijzingen;
7° van anderen, die opvoeding en onderhoud van een kind op zich hebben genomen, dit kind terugeischen, terwijl gegronde vrees bestaat, dat bij inwilliging van den eisch het kind zal worden verwaarloosd (ingelascht in 1929 om het terugvorderen van kinderen van pleegouders te kunnen tegengaan; die pleegouders kunnen ook het ontzettingsverzoek doen). Familieverhoor van 4 bloedverwanten is voorgeschreven. Dier advies behoeft de rechtbank niet te volgen.

De niet-ontzette ouder krijgt de ouderlijke macht of er wordt een voogd benoemd (dikwijls een vereeniging). De kinderen, wier ouders ontzet (of ontheven zijn, zie ➝ Ontheffing), heeten voogdijkinderen. Tijdens de procedure kan de rechtbank de uitoefening der ouderl. macht schorsen. De officier van justitie kan de kinderen voorloopig toevertrouwen aan den Voogdijraad (die anders nooit zelve verpleegt). Herstel (zie dit woord, sub 4°) is mogelijk. Veroordeeling tot bijdrage voor de verpleging, te betalen door ontzette of ontheven ouders, kan worden uitgesproken.

Ontzetting uit de voogdij is mogelijk op dezelfde gronden als uit de ouderlijke macht, met nog eenige andere, bijv. verkeeren in staat van faillissement, het voeren van een procedure tegen den pupil (deze beide niet voor ouder-voogd), onbekwaamheid in de voogdij. Vgl. ook ➝ Ontheffing; Oudervoogdij.

B. Smeets.

In België zijn van de ouderlijke macht, ten aanzien van al hun kinderen, ontzet:

1° de vader en de moeder, die veroordeeld werden wegens aanranding der eerbaarheid, verkrachting of aanhitsing tot de ontucht op den persoon van één hunner kinderen;
2° de vader en de moeder, die veroordeeld werden tot een lijfstraf wegens elk ander feit dan vruchtafdrijving of moord op den persoon van hun kind of nakomeling bedreven.

In bepaalde gevallen kan op vervolging, ingesteld door het Openbaar Ministerie, de o. geheel of gedeeltelijk tegen de ouders uitgesproken worden t.a.v. één of verscheidene hunner kinderen. Aldus o. m. wanneer zij een huis van ontucht houden, alsook wanneer ze door slechte behandeling, bekend slecht levensgedrag of erge nalatigheid in het vervullen hunner verplichtingen de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van hun kind in gevaar brengen.

O. uit de ouderl. macht geschiedt door de rechtbank van eersten aanleg.

Gevolgen. O. brengt berooving mede van alle rechten aan ouderl. macht verbonden. Wie haar beloopen heeft, is onbevoegd om toestemming te verleenen tot eenige handeling van zijn kinderen of nakomelingen. Hij kan geen voogd, medevoogd, toeziende voogd, lid van een familieraad, curator of raadgever van een moeder, die de voogdij uitoefent, zijn.

Bijeenroeping van een familieraad. De rechtbank gelast de bijeenkomst van een familieraad, voor het aanwijzen van iemand, die den vader (of de moeder) vervangen zal; de keus van den familieraad bindt echter de rechtbank niet. Deze is dus bevoegd iemand anders aan te wijzen en zoo zij niemand vindt, haar toevlucht te nemen tot een vereeniging of een liefdadige onderwijsinstelling. Zij, tegen wie de o. werd uitgesproken, kunnen op hun verzoek geheel of gedeeltelijk in hun rechten worden hersteld (➝ Herstel in de ouderlijke macht). Denijs.