Groote (Eccoptogaster Pruni) en kleine (E. rugulosus). De wijfjes boren zich Mei-Juni in stammen en takken van vsch. fruitboomen en graven een moedergang in de lengterichting. In nazomer en winter worden onder de schors de larven aangetroffen, die in een ovale holte wat dieper in het spint verpoppen en als volwassen insect in Mei-Juni voor den dag komen. Doorgaans worden verzwakte boomen aangeboord.
Verschijnselen der aantasting: vorming van gele, te vroeg afvallende bladeren, doodgaan der takken en van den ganschen boom. Bestrijding: men moet de aangetaste boomen verwijderen. M. v. d. Broek.