Hoofdstad van het Fransche dept. Meurtheet-Moselle (XI 96 G2), vroeger hoofdstad van het hertogdom Lotharingen, 200 m boven de zee; ca. 120 000 inw. (vnl.
Kath.). N. is gelegen aan de Meurthe en aan het Mame-Rijnkanaal en bestaat uit een oude en een nieuwe stad, door mooie poorten (Porte de la Crasse) van de voorsteden gescheiden.
Van beteekenis als monument is vooral de kathedraal van arch. Boffrand, een Rococo-koepelkerk met als plattegrond een Lat. kruis, waarvan de drie korte armen eindigen in absiden.
Stedebouwkundig van groot belang is het Barokke pleinencomplex, ontworpen door Héré de Corny (✝ 1762). Het bestaat uit een bijna vierkant voorplein voor het voormalig hertogelijk paleis, thans stadhuis.
Op deze Place Stanislas komt uit de langgestrekte Place Carrière; tusschen beide pleinen verheft zich een triomfboog. Aan het andere einde verwijdt deze Place Carrière zich tot een door zuilengalerijen omgeven ovaal: de voorruimte voor het Palais du Gouvernement.
De op deze pleinen uitkomende straten zijn bij de uitmondingen afsluitbaar met prachtig gesmede ijzeren hekken, werk van Jean Lamour. Andere bekende bouwwerken zijn: de kerk der Cordeliers met de graven der Lotharingsche hertogen en de universiteitsgebouwen.N. is een bisschopszetel, heeft een univ. met vijf faculteiten en talrijke vakscholen (boschbouw, mijnbouw, opleiding voor tandarts en in muziek, schilderkunst, enz.). Belangrijke vesting, vliegveld, spoorwegmiddelpunt. Industrie: textiel, aardewerk, ijzer, hout.
Op 5 Jan. 1477 werd Karel de Stoute hier verslagen.
Lit.: Pfister, Hist. de Nancy (3 dln. 1902-'09); Humbert, Nancy, grande ville (21904); A. Hallays, Nancy (1908). Heere / v. Embden.