Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-11-2019

Lucie B. en C. W. van der Hoogtprijs

betekenis & definitie

Ten vervolge van een letterkundigen prijs, ingesteld door de Haagsche Post ter aanmoediging van jeugdige auteurs en uitgereikt volgens advies eener commissie uit de leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, stortte C. W. van der Hoogt in 1924 een bedrag, waaruit jaarlijks door genoemde Maatschappij een nominaal bedrag van 1 000 gld. aan een jong auteur wordt toegekend.

Het advies hieromtrent wordt opgesteld door de Commissie voor Schoone Letteren en vervolgens door het Bestuur der Maatschappij voorgelegd aan de Alg. Vergadering, waar de prijstoekenning vaak een onderwerp van hevig debat is.De Haagsche Post Prijs werd uitgereikt in 1921 tot en met 1923, de C. W. van der Hoogtprijs sedert 1925. Tot en met 1939 waren de prijswinnaars:

Elisabeth Zernike, Het schamele deel.

Carry van Bruggen, Het huisje aan de sloot.

Jo de Wit, Open Zee.

R. van Genderen Stort, Kleine Inez.

Dirk Coster, Verzameld Proza.

Herman de Man, Het wassende water.

Aart van der Leeuw, Het aardsche Paradijs.

Anthonie Donker, Grenzen.

Antoon Coolen, Het donkere licht.

Arthur v. Schendel, Het fregatschip Johanna Maria.

Johan Fabricius, Komedianten trokken voorbij.

Anton v. Duinkerken, Dichters der Contrareformatie.

J. Slauerhoff, Soleares.
H. Marsman, Porta Nigra.

Henr. van Eyck, Gabriël.

S. Vestdijk, Het Vijfde Zegel.

Ed. Hoornik, Mattheus. Asselbergs.