Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kluis

betekenis & definitie

1° Brand- en inbraak(soms ook bom-) vrije bergplaats voor waardevolle voorwerpen en papieren, zooals deze in banken, kantoorgebouwen, enz. worden gebouwd. Zij liggen gewoonlijk in de kelderverdieping; de zware wanden, plafonds en vloeren zijn meestal van gewapend beton, de deuren van zwaar staal met zeer soliede sluitingen.

In voor het publiek bestemde k. (safe deposits) zijn afzonderlijk afsluitbare stalen kastjes (loketten) ingebouwd, die als bergplaats verhuurd worden, evenals grootere kofferbewaarplaatsen. Dergelijke k. hebben vaak meerdere verdiepingen. Bij den ingang liggen kamertjes voor de klanten, waar dezen hun papieren kunnen ordenen, coupons knippen, enz. v. Embden.

2° Opening in den boeg of in de zijden van een schip ter doorlating van ankerkettingen of meertouwen. Die in den boeg worden uitsluitend voor de ankerkettingen gebruikt en ook wel ankerkluizen genoemd.
3° Woning van een → eremiet. → Kluizenaar.

< >