Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Johannes Kinker

betekenis & definitie

Ned. letterkundige. * 1764 te Nieuwer-Amstel, ✝ 16 Sept. 1845 te Amsterdam. Aanvankelijk was hij advocaat te Amsterdam, van 1814 tot 1830 was hij hoogleeraar in de Ned. taal en letterkunde te Luik; de Belg. afscheiding voerde hem terug naar Amsterdam. In vele van zijn talrijke historische en poëtische werken, die nu alle verouderd zijn, slaat hij den in dien tijd gewonen anti-paapschen toon aan.

K. dichtte ook eenige liederen voor het Gezangboek der Vrijmetselaren.Lit : M. C. v. Hall, Mr. J. K. (1850); v. d. Wijck, J.

K. (als wijsgeer; *1864); J. v. d. Bergh v. Eysinga-Elias, De litt.-hist. kennis van J. K., in De Nieuwe Gids (1911, I). Piet Visser