Bisschop van Utrecht (1291-’96). ♱ 1305 te Toul. Werd door den paus zonder voorafgaande keuze benoemd; hij handhaafde zijn politieke zelfstandigheid tegenover Holland en behartigde goed de geestelijke belangen.
Hij vaardigde o.a. driemaal belangrijke statuten uit, waardoor hij vooral het rechtsleven in het diocees ordende: de bevoegdheden van de geestelijke rechtbanken tegenover de wereldlijke; die van de dekens en aartsdiakens tegenover den bisschop. In 1296 werd hij waarsch. op eigen verzoek naar Toul verplaatst, waar hij stierf.Lit.: J. W. Berkelbach van der Sprenkel, Gesch. v. h. bisdom Utr. 1281-1305 (1923).