Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

IJs

betekenis & definitie

is → water in de vaste phase. Hexagonaal gekristalliseerd; doorschijnend, vrijwel kleurloos, in dikke lagen blauw.

Het smeltpunt onder 1 at druk is aangenomen als nulpunt van de thermometerschaal van Celsius; de smeltingswarmte is 79,67 cal. per g. Bij het smelten wordt, anders dan bij de meeste stoffen, het volume kleiner; het soortelijk gewicht is 0,917; ijs drijft op water; dit verschijnsel, samen met de abnormale uitzetting van water is van groot belang in de levende natuur (zie → Uitzetting).

In verband met de abnormale volumeverandering bij het smelten staat, dat door hoogen druk het smeltpunt verlaagd wordt (0,0075° C per at). IJs, dat onder druk gebracht wordt, smelt; het smeltwater, dat kouder dan 0° C is, bevriest weer, als men den druk vermindert.

Op deze herbevriezing of regelatie berust de ijsvorming in een karrespoor op een besneeuwden weg. Het voortschuiven van gletsjers door nauwe dalen is door regelatie niet geheel te verklaren; werkelijke plasticiteit van het ijs schijnt hierbij een rol te spelen.

De gladheid van ijs berust op het smelten van het bovenste ijslaagje onder druk. Over het maken van kunstijs, zie → Koeltechniek.

Zie verder ook → Vriespunt; Gletsjer; Hagel; Sneeuw e.d.Stroomend ijs (gletsjer of landijs) transporteert in zijn → moreene het materiaal, dat het van den bodem afgeschuurd heeft (→ Gletsjer). Omtrent het erodeerend vermogen van stroomend. ijs, zie → Gletsjer; omtrent het accumuleerend vermogen, zie → Moreene. Hol.

Voor → consumptie-ijs zie aldaar.