Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Göta-elf

betekenis & definitie

Göta-elf - , rivier in Zweden (58° 0' N., 12° 8' O.). Ze stroomt ten O. van Venersborg uit het Venermeer en heeft vandaar tot aan den mond een verval van 45 m, nl. 5 m in de Vargöfall, 32 m in de stroomversnellingen van Trollhatta en de rest in kleine vallen bij Lilla Edet en Aakerström.

De waterkracht wordt benut in tal van fabrieken, o.a. in een groote staatsfabriek, die over meer dan 300 000 pk beschikt. In 1800 werd het eerste Göta-kanaal geopend om de watervallen heen, in 1844 werd het vergroot en in 1916 nam men het tegenw. kanaal in gebruik, dat 5x/2 m diep is en 6 sluiskolken heeft van 90 m lengte.

Het kanaal is 84 km lang en volgt over een lengte van 75 km het bed van de G.-elf. Göta-kanaal is ook de verzamelnaam van het systeem kanalen, meren en rivieren van Göteborg naar de Oostzee.

Het niveauverschil wordt op den 387 km langen weg overwonnen door ca. 65 sluizen. Langs dezen weg gaan steenkolen van Eng. en Duitschland naar de smelterijen van Midden-Zweden en worden ijzerwaren, erts en hout naar de kust vervoerd. fr.

Stanislaus.

< >