Gichtel - Johann Georg, theosoof; *1638 te Regensburg, ✝1710 te Amsterdam. Op een reis naar Ned. kwam hij in aanraking met den predikant Breckling in Zwolle en legde hij zich toe op de mystiek.
Uit Regensburg verbannen, ging hij weer naar Zwolle; in 1668 werd hem ook het verblijf in Overijsel ontzegd en vertrok hij naar Amsterdam. Hier leerde hij de werken van Jacob Böhme kennen, die hij in 1682 (in 11 dln., met medewerking zijner leerlingen, vnl. van Ueberfeld, zijn opvolger) uitgaf.
Zijn denkbeelden (G. verwerpt o.a. het huwelijk) heeft hij uiteengezet in: Theosophia practica (7 dln. Leiden 1722), uitgeg. door von Ueberfeld.Gichtelianen, ook wel Engelenbroeders genoemd, zijn hier en daar in Ned. en Duitschland nog te vinden. Zij leggen zich toe op gebed en boete en onthouden zich van het huwelijk.
L i t.: G.C.A. v. Harlesz, J. Böhme u. die Alchymisten (1882); Real-Enc. (VI, 657-660). Feugen.