Geluidstrechter - Instrument, dat ten doel heeft het geluid te versterken en dit een bepaalde richting te geven. Hij wordt gebruikt zoowel bij het uitzenden (scheepsroeper, grammophoonhoorn) als bij het opvangen (hoorbeker) van geluid.
Hij bestaat gewoonlijk uit een kegelvormige buis van karton of metaalblik; in sommige gevallen, zooals bij de grammophoon, neemt de openingshoek naar buiten geleidelijk toe ten einde het geluid meer te verspreiden.De werking van den scheepsroeper berust hierop, dat de opgewekte geluidsenergie zich hoofdzakelijk in één richting voortplant. De vorm moet daartoe zoodanig zijn, dat de geluidsstralen bijna evenwijdig den trechter verlaten en dus ongeveer platte golffronten vormen, waardoor de sterkte van het geluid veel minder dan met de tweede macht van den afstand afneemt en dus veel verder hoorbaar is dan zonder trechter. De verstaanbaarheid door den scheepsroeper kan tot 1 000 m worden opgevoerd. Vervolgens kan de g. ook resonantiewerkingen vertoonen, doordat zoowel het luchtvolume in den trechter alsook de wanden gaan meeklinken.
De versterkende werking van den hoorbeker berust vnl. hierop, dat door de grootere openingsdoorsnede een grootere geluidsenergie wordt opgenomen en in het oor geconcentreerd. Toch heeft men opgemerkt, dat er een zekere sterktegrens bestaat, waaronder de hoorbeker geen voordeel meer biedt, zoo zelfs, dat dan het bloote oor den beker in gevoeligheid overtreft.
Hoorbekers kunnen ook gebruikt worden om een samengestelden toon in zijn deeltonen te ontleden. De verschillende bekers moeten dan op bepaalde tonen zuiver zijn afgestemd en alleen op deze sterk resoneeren. Deze methode is uiterst geschikt om de zuiverheid van kerkklokken te beoordeelen.
Lit.: A. Berliner en K. Scheel, Physikalisches Handwörtorbuch (1081).
A. Mulder