Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Frans van Brederode

betekenis & definitie

Frans van Brederode - een der aanvoerders der Hoekschen in hun verzet tegen Maximiliaan, die na den dood van Maria van Bourgondië deze gewesten bestuurde voor hun minderjarigen zoon Philips den Schoonen. Toen Maximiliaan er in slaagde de Hoekschen in Holland en het Sticht te overwinnen, week F. v .B. uit naar Sluis in het nog weerspannige Vlaanderen, van waaruit hij met Jan van Naaldwijk de Hollandsche en Zeeuwsche wateren onveilig maakte.

In zijn poging om Vlaanderen tot rede te brengen, werd Maximiliaan te Brugge gevangen genomen. Toen hij na zijn vrijlating (Mei 1488) zijn beloften niet gestand deed en het Duitsche rijksleger niet in staat bleek Vlaanderen te onderwerpen, stelde hij Albrecht van Saksen tot algemeen stadhouder aan.

Intusschen hadden de Hoekschen vanuit Sluis onder leiding van F. v. B.

Rotterdam bemachtigd en brandschatten het platteland. In een verdelgingsoorlog wist Albrecht de eene plaats na de andere aan de Hoekschen te ontrukken, totdat Sluis hun eenig steunpunt geworden was.

Ca. 1489 moet F. v. B. gestorven zijn en Sluis viel in 1492 in handen der Kabeljauwen.Lit.: Blok, Gesch. v. h. Ned. Volk (II).

W. Mulder S.J.

< >