Fabrieksordonnantie in Ned.-Indië - regelt de oprichting (en uitbreiding) van fabrieken en werkplaatsen a) in de groote plaatsen (Hinderordonnantie, Stbl. 1926 nr. 226); b) ten plattelande (Stbl. 1899 nr. 263). In de groote plaatsen is de oprichting gebonden aan de vergunning van den voorzitter van gemeente- of regentschapsraad, op het platteland aan die der regeering, die daarbij let op de belangen der inheemsche bevolking (voldoende irrigatie en bodemreserve voor voedselvoorziening).
B. Damen.