Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Everdingen (persoon)

betekenis & definitie

Everdingen (persoon) - 1° Allart van, Ned. landschapsschilder te Haarlem en Amsterdam; * 1621 te Alkmaar, † 1675 te Amsterdam. Leerling van R.

Savery te Utrecht en P. Molyn te Haarlem.

E. maakte een langdurige reis naar Zweden en Noorwegen, die grooten invloed op zijn kunst had, want hij schilderde nadien bijna uitsluitend de rotsachtige landschappen met watervallen en dennebosschen, die hij in Skandinavië had leeren kennen. Hij bracht hiermede een nieuw element in de Ned. schilderkunst dier dagen, dat gretig door vele kunstenaars werd overgenomen, o.a. door Jacob v.

Ruisdael, die het gegeven intusschen veel grootscher en machtiger wist te verwerken. E. verviel spoedig tot maniërisme; zijn koloriet is vrij eentonig met veel donker bruin en groen.

In zijn jeugd heeft hij ook marines geschilderd; een leerling van hem was L. Backhuyzen.

Hij heeft een omvangrijk grafisch werk (160 etsen) en vele teekeningen nagelaten. Twee zijner zonen, Cornelis en Pieter, waren ook schilders; hun namen worden in oude inventarissen genoemd, maar men kent geen werken van hen.Lit.: Bredius, in Meisterw. des Rijksmus.; v. Wurzbach, Nied. Künstlerlex.

2° Caesar Boëthius van, Ned. schilder van historiestukken en portretten te Alkmaar, broeder van Allart; * 1620, † 1678. Hij voerde eenige wandschilderingen uit in het Huis ten Bosch bij Den Haag. Zijn portretten zijn het beste.

Lit.: v. Wurzbach, Nied. Künstlerlex.

Schretlen.

< >