Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Dunedin

betekenis & definitie

Stad aan de Z.O. kust van het Zuideiland van Nieuw-Zeeland; met voorsteden 85 000 inw. Gesticht door Schotten (die nog het grootste deel der bevolking vormen) naar voorbeeld van Edinburgh.

Heeft nog oud-Engelsch karakter bewaard. Opgekomen door nabijheid der Otago-gouden steenkoolvelden en hierdoor handels- en industriestad geworden (machinefabr.; fabr. van wolverwerking).

Snelle groei der city heeft tekort aan landbouwterrein doen ontstaan; door inpoldering van de ondiepe zeebocht, waaraan het ligt, breidt men nu het areaal uit. Spoorlijn naar haven van D.: Port-Chalmers, en naar Invercargill en Christchurch.

Zetel der Universiteit van Nieuw-Zeeland; Ned. consulaat. Zwagemakers Dunfermline Oude stad in het graafschap Fife, Schotland (56° 4' N., 7° 20' W.), 35 000 inw.; centrum van linnenindustrie. Ruïnen van een oude abdij, vele philantropische stichtingen van Andrew Carnegie, die hier werd geboren.

< >