Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doema

betekenis & definitie

(Russ., = verzameling, vergadering en vergaderplaats). De Bojaren-Doema was in de 16e en 17e eeuw een raadgevend lichaam, dat de grootvorsten en daarna de tsaren van Rusland ter zijde stond; had in den tijd van → Boris Godoenow veel invloed; werd gedurende de regeering der eerste Romanow’s nog enkele malen bijeengeroepen en verdween, toen Peter de Groote alleenheerscher was geworden.

De Rijks Doema is de door tsaar Nicolaas II bij manifest van 17 (30) October 1905 ingestelde volksvertegenwoordiging; de keizer bleef alleenheerscher en een Grondwet kwam niet tot stand, zoodat het tijdperk der Rijks-Doema dat van het Schijn-Constitutionalisme genoemd wordt. De in 1906 voor de eerste maal bijeen gekomen Doema werd na enkele maanden ontbonden. Tot de revolutie van 1917 zijn er 4 Doema’s geweest; de laatste, onder voorzitterschap van Rodzianko, vormde bij het uitbreken der revolutie een tijdelijke regeering, welke in November 1917 door de bolsjewieken verjaagd werd, die tegelijkertijd de Rijks-Doema voor ontbonden verklaarden. v. Son Doemoezi Soemerische god, door de Semieten overgenomen en veranderd in Tamoez.

< >