Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Diogenes Laërtius

betekenis & definitie

Grieksch geschiedschrijver (3e eeuw' na Chr.). Zijn werk „Over het leven, de leer en de uitspraken van de bekende philosophen” is een van de voornaamste bronnen voor de kennis van de latere Grieksche wijsbegeerte.

Uitg.: H. G. Hübner (Leipzig 1828—’31); C. G. Cobet (Parijs 1850); verschillende deelen in afz. uitgaven.

Lit.: R. Hope, The book of Diogenes Laërtius, its spirit and its method (New York 1930). F. Sassen Diogenes van Sinope Grieksch wijsgeer uit de → Cynische School; ✝ omstr. 324 v. Chr. Ontdaan van alle behoeften, leefde hij in een ton en zocht op klaarlichten dag op de volle markt van Athene naar „menschen”. Hij verwerpt de regels van gewoonte en maatschappelijke behoorlijkheid om in volkomen zelfgenoegzaamheid de natuur to volgen.

De wijze is aan geen wet of staat gebonden. Zijn vrijheid zal volgens D. worden bevorderd door gemeenschap van vrouwen en kinderen.

Lit.: F. Sassen, Geschiedenis van de wijsbegeerte der Grieken en Romeinen (21932). F. Sassen Diogenianus Een Oud-Grieksch grammaticus, d.w.z. philoloog, uit het begin der 2e eeuw, afkomstig van Heraclea (Pontus). Uit het door Julius Vestinus verkorte lexicon van Pamphilus excerpeerde D. nogmaals een voor arme studenten bestemd lexicon in 5 deelen, dat op zijn beurt de basis gevormd heeft van het bewaarde lexicon van Hesychius. V. Pottelbergh Diognetus Onbekend adressaat van den mooien Brief aan Diognetus. Dit Grieksche geschrift uit de 2e of 3e eeuw is apologetisch, maar wordt meestal onder de → Apostolische Vaders gerekend.

De auteur is onbekend. De twee laatste hoofdstukken hooren er niet bij, maar zijn waarschijnlijk het slot der Philosophumena van → Hippolytus van Rome.

Uitg.: Funk, Patres Apostolici (I 1901, 390-412).

Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (I 21913, 316-325). Franses Dioi Oostelijke stam van de Thai (Tibeto-Chineezen).

< >