Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Demetrius poliorcetes

betekenis & definitie

Demetrius poliorcetes - zoon van Antigonus, den heerscher over Syrië en Klein-Azië; * ca. 337 v. Chr. Nam een zeer actief aandeel aan de onderlinge oorlogen gevoerd door de oud-generaals van Alexander den Grooten voor de verdeeling van het rijk.

Met behulp van merkwaardige belegeringstuigen, waaraan hij zijn bijnaam (Poliorcetes = stedenbelegeraar) dankte, belegerde hij, in opdracht van zijn vader, die hem in 305 den koningstitel verleende, vele steden in Klein-Azië en Griekenland, w.o. Rhodus (305-304); hij bezette ook den Piraeus en verdreef Demetrius van Phalerum. Later, na het verlies van Athene, sloeg hij zijn hoofdkwartier op te Corinthe en stelde zijn schoonbroeder, Pyrrhus van Epirus, aan tot gouverneur van midden-Griekenland. Van al zijn veroveringen bleef hem ten slotte weinig over: hij verloor Macedonië door den ontrouw van zijn leger en Athene koos de partij van Ptolemaeus (288). Een laatste maal naar Klein-Azië overgestoken, werd hij ook hier door zijn troepen, die naar Seleucus overliepen, verlaten (286) en stierf als gevangene van Seleucus (283). D. is het type van een antiek condottiere.

V. Pottelbergh.

< >