Eng. economist. * 19 April 1772 te Londen, † 11 Aug. 1823 aldaar. Genoot zijn opvoeding in Holland en Engeland; op 14-jarigen leeftijd trad hij reeds op aan de beurs.
In 1793 ging hij tot het Anglicanisme over. R. gaf zeer vele publicaties in het licht, vooral op het gebied van het geld- en bankwezen.
In 1819 werd hij lid van het parlement, waarin hij o.a. ageerde tegen de staatsloterij. Hij was een der scherpzinnigste vertegenwoordigers van de zgn.
Klassieke School, wier deductieve methode hij met mathematische preciesheid toepaste, waardoor hij tot practisch foutieve gevolgtrekkingen kwam. Zijn leer heeft grooten invloed gehad, vooral op de leer der ➝ grondrente, de arbeidswaardeleer (➝ Waarde), de ijzeren loonwet (➝ Arbeidsloon, sub Loontheorieën), de kwantiteitstheorie. Voorn. werken: The principles of political economy and taxation (1817); Protection of Agriculture (1822).Lit.: Pierson, Verspr. econ. geschriften (I. De grondslagen v. R.’s stelsel); Ammon, R. als Begründer der theor. Nationalökonomie (1923); Biaugeaud Essai sur la théorie ricardienne de la valeur (1934).
Borret.