Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Datenus

betekenis & definitie

Datenus - Petrus, ook Pieter Daten of Daets genaamd, Carmeliet, die zich op achttien- of negentienjarigen leeftijd bij het Calvinisme aansloot; * 1531 of 1532 te Casselberg (waarom hij ook later, uit vrees voor de Lutherschen, schuil ging onder den naam Petrus Montanus), ✝ 17 Maart 1588 te Elbing bij Danzig. Na een tijdje te Londen, daarna te Frankfort a.M. in Hollandsche gemeenten gearbeid te hebben, kwam hij naar Frankenthal in den Paltz en in 1566 naar Vlaanderen, als hagepreeker, doch moest bij de komst van Alva na den slag van Austruweel (1567) reeds terug naar Frankenthal.

In 1571 ontbood de Prins van Oranje hem naar Holland en Zeeland, waar hij de kerkelijke en politieke aangelegenheden ordende, tot 1574. Naar Frankenthal teruggekeerd, werd hij er door den Lutherschen keurvorst Lodewijk VI uit zijn ambt van hofprediker ontslagen. In Juni 1578 zat hij de eerste provinciale synode te Dordrecht voor, kwam daarna naar Gent, waar de Calvinisten met Jan van Hembyse hun democratisch schrikbewind hadden ingericht. Zoo geraakte hij in botsing met den Prins van Oranje. Door de Staten (Oct. 1584) om zijn anti-Fransche politiek gevangen genomen, maar onder borgtocht vrijgesteld, week hij in 1585 naar Staden, waar hij het Anabaptisme van David Jorisz aanhing.

Toch schijnt hij vóór zijn dood tot het Calvinisme te zijn teruggekeerd. Onstuimig, voortvarend, dweperig Calvinist, machtig volksredenaar, heeft hij een belangrijke rol gespeeld in de politiek en in het godsdienstig leven dier tijden. Zijn invloed op het Calvinisme in Holland, in den Paltz en aan den Beneden Rijn is zeer diep geweest, vooral door zijn berijmde, tallooze malen herdrukte Psalmen vertaling, naar die van Clement Marot; met een vertaling van den Heidelbergschen Catechismus (3e druk) en een soort liturgie, volgens de gebruiken te Frankenthal, te Londen en van de volgens Calvijn’s adviezen opgestelde kerkorde van den Paltz. Verder enkele verdedigingsschriften.

Lit.: Van Schelven, in Nw. Ned. Biogr. Wbk. (II); Th. Ruys, Petrus Dathenus (1919). V. Mierlo.

< >