Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Crispus

betekenis & definitie

Crispus - 1° overste der synagoge te Corinthe, die door Paulus met zijn gezin bekeerd werd (Act. 18.8; 1 Cor. 1.14).

Flavius Julius, oudste zoon van Constantijn den Grooten, * 307; zijn moeder: Minervina. Voortreffelijk generaal; hem werd door zijn vader het bestuur van het Westen opgedragen. Zijn stiefmoeder Fausta, die liefde voor C. had opgevat, belasterde, teleurgesteld, C. bij zijn vader. Deze liet hem ter dood brengen (1 Maart 326). Toen de onschuld van den prins bleek, werd Fausta zelf gedood.

Davids.

3° Vibius, ➝ Vibius.

< >