Crisisinkomstenbelasting - (Ned.). In Febr. 1934 heeft de min. van Financiën een wetsontwerp ingediend, ten doel hebbende het verschil tusschen het inkomen over elk der belastingjaren 1934-’35 tot en met 1938-’39 en 9/10 van het inkomen over het belastingjaar 1931-’32 (echter op ten minste 3000 gld. te stellen) met 10% belasting te treffen. De Tweede Kamer heeft bij het afdrukken van dit deel nog geen verslag uitgebracht.
Deze bel. kan men rangschikken onder ➝ conjunctuurbelasting. Het ontwerp vindt veel bestrijding.
M. Smeets.
België.
Tijdelijke belasting als collectief offer aan alle burgers, die over belastbare middelen beschikken opgelegd, ten einde de financieele moeilijkheden, die het land doorworstelt, te bestrijden (Verslag aan den Koning). Ingesteld bij Kon. Besluit van 13 Jan. 1931 ter uitvoering van de volmachtwet van 30 Dec. 1930. Treft:
1° de bezoldigingen en wedden van bedienden en ambtenaren;
2° de baten van de vrije beroepen en de winsten van allen aard;
3° de inkomsten uit belegde kapitalen;
4° de inkomsten uit onroerende goederen. Tarieven herhaalde malen herzien, vnl. door Kon. Besl. van 31 Mei 1933; 15 Juli 1933 en 22 Aug. 1934, alsook door de wet van 23 Dec. 1933. — Vrijstellingen zijn voorzien voor geringe inkomsten alsook voor de inkomsten verzekerd door sociale wetten, en voor pensioenen door oud-strijders verworven.
Rondou.