Congruent - 1° (Meetk.) Twee fig. in het vlak of in de ruimte zijn c., als zij door verplaatsing in het vlak, resp. in de ruimte, tot samenvallen gebracht kunnen worden. > Gelijk en gelijkvormig; → Symmetrie. v. Kol 2° (Getallenleer) a) → Congruentie, b) Soms noemt men een getal k (bijv. 24) congruent, als het mogelijk is een kwadraat te vinden zoodanig, dat dit kwadraat wederom een kwadraat is, als het met k wordt vermeerderd, en ook als het met k verminderd wordt (25—24 en 25 + 24 zijn beide kwadraten). [i]v.d. Corput.
[/i]