of overgangstijd. Bij de vrouw valt de laatste menstruatie meestal tusschen de 46 en 51 jaar.
Het c. is het tijdperk, dat hieraan voorafgaat en vaak gekenmerkt is door bijzondere klachten: zenuwachtigheid, hoofdpijnen, hartkloppingen. Ook de zgn. opvliegingen, die met plotseling warmtegevoel en roode gelaatskleur gepaard gaan, zijn typische verschijnselen van het c.
Opmerkelijk is, dat sommige vrouwen in het c. nagenoeg geen klachten hebben, terwijl andere langdurig en heftig door deze moeilijkheden geplaagd worden.De menstruaties zelf zijn tijdens het c. vaak afwijkend door toeof afname van het bloedverlies en de tijd tusschen de bloedingen is soms verlengd, vóórdat de menstruaties geheel wegblijven. Versterkte, onregelmatige bloedingen behooren echter niet bij het normale c., hoezeer het publiek ook geneigd is, dit alles aan den „overgang” toe te schrijven. Integendeel berusten zij vaak op ziekelijke veranderingen, welke juist in dien tijd veelvuldiger voorkomen, zoodat geneeskundig onderzoek niet verzuimd mag worden.
Castelein.