Boomkruiper - Certhia brachydactyla, een muisachtig vogeltje met gebogen priemsnavel en langen staart, op spechtenmanier gebouwd.
Klimt zeer behendig in een spiraal langs de boomtakken omhoog. Een boomklever klautert meer van boven naar beneden. De rugzijde van den b. is bruin met grijze strepen en randen; op de vleugels witte vlekjes; onderzijde wit; aan de keel satijnglans. De zang is onbeduidend: siet-siet-siet-tierelierelier. Is te hooren van Maart tot in herfst en winter.
Vaker hoort men den lokroep: siet-siet-siet. De b. blijft in Ned. den winter over. Komt overal voor, waar hout is, zelfs in de tuinen der steden en dorpen. Het nest wordt gebouwd in allerlei holten, zelfs onder dakpannen. Het voedsel bestaat uit insecten, hun eieren en larven, uit spinnen, enz.Bernink.