Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Boksmeer

betekenis & definitie

Boksmeer - Gem. in N. Br., grenzende aan de Maas en aan Limburg; ruim 3 500 inw., grootendeels Kath.; opp. 1 200 ha. Landen tuinbouw; veeteelt en industrie (sigaren, margarine).

Vóór den Franschen tijd was B. een vrije baronie, die ook St. Anthonis omvatte; vandaar vrije uitoefening van den Kath. godsdienst. De Heeren Van den Berg waren er de bezitters van; veel herinneringen aan dit vorstengeslacht.

De Gotische parochiekerk (15e eeuw), dikwijls uitgebreid; oud oxaal; grafmonument van graaf Oswald van den Berg en gemalin; in de H. Bloedkapel wordt het corporale met miraculeuze Bloedvlekken bewaard: drukke bedevaart. De bedevaartsweek, de zgn. Boksmeersche Vaart, wordt 14 dagen na Pinksteren geopend; dan trekt vijfmaal een rijke processie door de versierde straten. Naast de kerk het klooster der Karmelieten, die sedert 1664 de parochie bedienen en in Staats-Brabant hun weldadigen invloed verspreidden; in het klooster 18 gebrandschilderde ramen (17e eeuw). Het Karmelitessenklooster, het oude landgoed Elzendaal, dateert van 1672; deze zusters hielden zich tot in de tweede helft der 19e eeuw met het onderwijs bezig.

Het kasteel is sedert 1896 klooster van de Zusters der Christelijke Scholen en der Barmhartigheid, de zetel van de Ned. afdeeling met Noviciaat. De Weyer wordt sedert 1865 bewoond door Zusters van J. M. J. uit Den Bosch; dezen verzorgen nu het onderwijs voor de meisjes. Er tegenover staat het klooster St. Joseph, waar sinds 1876 de Duitsche zusters Karmelitessen verblijven. v. Velthoven

< >