Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bliksem

betekenis & definitie

Bliksem - hevige en lange electrische vonk in den dampkring, tijdens een onweer. De plotselinge ontlading van electriciteit springt over tusschen twee tegengesteld electrisch geladen onweerswolken of gedeelten van een onweerswolk, of tusschen een onweerswolk, die positief of negatief electrisch kan zijn, en de aarde.

De heele b. ontlading bestaat uit:

1° donkere vóórontladingen, die een of enkele luchtkanalen openen;
2° een lichtende hoofdontlading, d.i. de bliksemstraal of bliksemflits, samengesteld uit gemiddeld 10 intermitteerende stroomstooten;
3° een donkere na-ontlading. De bliksem photographie bewijst, dat de bliksemstraal den vorm van een of enkele gekronkelde hoofdtakken heeft, waaruit zijtakken, naar de negatieve pool gericht, in de vrije lucht eindigen. Twee inslagplaatsen van één bliksemslag liggen somtijds meer dan 1 km van elkaar. Een verticale b. is 1-2 km lang; een horizontale b. somtijds meer dan 15 km.

Een bliksemstraal duurt van 0,001 tot 1 sec. De kleur is meestal violet-rood en de eigenaardige reuk wordt aan ozon-vorming toegeschreven. De maximum stroomsterkte, geschat met door b. gemagnetiseerde basaltsteenen, is ong. 20000 ampère en de ontladene electriciteitshoeveelheid is gemiddeld 20 coulomb in een b. De bliksemfrequentie is uiterst verschillend tijdens een onweer, somtijds één b. per sec. Het gemiddelde van gemelde blikseminslagen over 42 jaren (1888-1929 ) bedraagt 295 in Nederland.

De b. ontstaat bij groote electrischc ladingen in een onweerswolk. Volgens de onweerstheorie van Simpson wordt een klein gedeelte van de wolk sterk positief, ten gevolge van splitsing van waterdruppels bij verticale luchtstroomen van meer dan 8 m per seconde, terwijl het overige gedeelte negatief electrisch geladen wordt.

Vier soorten van b. worden onderscheiden:

1° de gewone bliksemstraal;
2° de diffuse of vlakkenvormige b.;
3° de parelsnoerbliksem;
4° de bolbliksem.

Het Sint Elmusvuur en het Andenlichten zijn ook lichtende electrische verschijnselen. Het weerlicht is de weerschijn van een zeer verwijderden bliksemstraal. (Zie pl.).

Benj. Franklin, de uitvinder van den bliksemafleider, bewees in 1752, door zijn vliegerproef, de electrische natuur van den bliksem.

Lit.: Onweders, optische verschijnselen, enz. in Ned. (de Bilt); M. Toepler, Gewitter und Blitze (Dresden 1917); M. Mathias, Traité d’ électricité atmosphérique et tellurique (Parijs 1924); G. C. Simpson, The mecanism of a thunderstorm (Londen 1927).

V. d. Broeck.