Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Bef

betekenis & definitie

In de 17e eeuw benaming voor lederen platten kraag (zoo is dan ook van mantelbeffen sprake). Waar de ontwikkeling van den kraag in den loop der 17e eeuw leidt tot een vorm, smal rondom den hals en met een breed plat stuk op de borst, gaat het woord bef vooral op dit laatste over.

Zoo is b. gebleven als benaming van den halstooi bij het ambtsgewaad van advocaten en predikanten, welke in de laat-17e eeuwsche bef haar oorsprong vindt.v. Thienen.

< >