Ballade-opera - is een zangspel, dat in hoofdzaak uit volksliederen bestaat; het beste voorbeeld voor zulk een werk is „The Beggar’s Opera” van John Gay (1727; „Bettler-Oper”, muziek van Pepusch). Op bekende volkswijzen zong men afgedane teksten van opera-aria’s, om zoodoende de Ital. opera te caricaturiseeren.
Kurt Weill heeft getracht de oud-Engelsche bedelaars-opera een nieuwen vorm te geven door zijn „Dreigroschenoper” (1928); dit werk bestaat uit cabaretliedjes en moderne dansliederen.
Uitg. van John Gay en Pepusch’s „The Beggar’s Opera” door G. Calmus (Berlijn 1912). — Lit.: J. Bolte, Die Singspiele der englischen Komödianten (1893); G. Sarrazin, John Gay’s Singspiele (1898); G. Calmus, Zwei Opernburlesken aus der Rokokozeit (1913); Lewis Melvill, Life and Letters of John Gay, 1685—1732 (1921); Frank Kidson, The Beggar’s Opera. Its Predecessors and Successors (1922); Ch. Pearce, Polly Peachum; the Story of „Polly” and „The Beggar’s Opera” (1923); G. Calmus, Die Beggars Opera (Sammelbände der Intern. Musik-Gesellschaft VIII).