Van Oudshoorn, (Arend), Ned. koloniaal staats- en krijgsman. * Ca. 1618 te Amsterdam, † 11 Febr. 1662 (in den Indischen Oceaan). Trad in dienst der Oost-Indische Compagnie, bekleedde vsch. rangen; in 1647 gouverneur van Amboina. V. is berucht geworden door de wreede en bloedige wijze, waarop hij den grooten opstand op Ternate, Arnbon en Makassar, tengevolge van de uitroeiing der nagelboomen uitgebroken, onderdrukte (1650). De kroniekschrijver Livinus Bor, die V. overal gevolgd is, geeft echter in: „Amboinsche oorlogen door A. de V. van O. als super-intendent van de Oostersche gewesten oorlogshaftig ten einde gebracht” (Delft 1663) een anderen kijk.
In Batavia terug, streed V. in 1656 nog tegen Bantam en bekleedde hij nog vsch. belangrijke ambten. In 1661 keerde hij als admiraal der retourvloot naar Nederland terug, doch zijn schip verging onderweg.Lit.: behalve het bovengenoemde werk van Bor, nog: W. Schouten, Oostindische voyagiën (I en II 1664). Olthof.