Amor en psyche - De in den Hellenistischen tijd ontstane legende van A. en P. komt hierop neer: P. was een schoone koningsdochter. A., die haar lief had, bracht haar naar een afgelegen plaats, waar hij in liefde met haar vereenigd leefde. Zij kon haar minnaar echter nooit zien.
Door haar zusters liet P. zich echter verleiden A. in het gelaat te zien. Dit bracht een scheiding tusschen beiden teweeg, en eerst na lang zoeken en veel lijden vond P. haar minnaar, die haar trouw was gebleven, terug. Door Apulejus is aan deze legende een symbolische beteekenis gehecht: A. is een machtige daemon, die de menschelijke ziel, vaak in veel lijden, naar de gelukzaligheid brengt (iets dergelijks reeds in Plato’s Symposion).
Voorst, in de kunst. In de antieke kunst veelal als schoone jongeman, ook wel als kind met vleugels, pijlkoker en boog voorgesteld, komt in den Hellenistischen tijd ook voor, terwijl hij P. omarmt. P. is dan niet zelden een jong meisje met vlindervleugels. In de Christel. kunst worden A. en P. bij den wijnoogst voorgesteld of op een weide, bloemen plukkend in gezelschap van putti. Daarin behoeft men slechts een puur versieringsmotief te zien zonder dieperen zin, maar het is zeer wel mogelijk, dat aan de voorstelling der omhelzing Christ. symbolisme is ten grondslag gelegd: de verrijzenis des vleesches en de uiteindelijke vereeniging met Christus, den Minnaar der zielen, in de hemelsche zaligheid.
Lit.: Leclercq, Manuel d’Archéol. Chrét. (1907, 144 vlg.). Knipping